© Rootsville.eu

Guy Swinnen & Yves Verthongen

De Schuur Fort III Brosbeek
(23-02-2021)
report & photo credits:Anja Cleemput


© Rootsville 2021


Wanneer we het geschiedenisboek van de Belpop erbij nemen, is Guy Swinnen niet zomaar een blad, maar een heel hoofdstuk. Deze immer sympathieke muzikale duizendpoot uit Diest is immers zoveel meer dan de ceremonieleider bij zijn band The Scabs, waarmee hij inmiddels veertig jaar op de teller heeft staan. 

Hij is ook gekend om zijn eigen band – de Guy Swinnen Band – en om zijn succesvolle samenwerkingen met andere artiesten. In 2020 werd Guy Swinnen 60. Voordien had hij het hele land afgeschuimd met Willie Willie tot diens dood met de tournee rond 40 jaar Scabs en vorig jaar was er die speciale tournee met de mooiste stemmen van Vlaanderen: Annelies Brosens, Eline De Munck, Chantal Kashala en Naomi Sijmons (Reena Riot), voor zover deze heeft kunnen plaatsvinden natuurlijk. Ook treedt hij vaak op met zijn bloedbroeder Bart Buls. Deze prille zestiger is dus meer dan 40 jaar on the road dus, en hij speelt nu nog bij wijze van spreken de wei van Werchter of uw favoriete jeugdhonk plat. Steeds groeit hij nog en wordt hij beter in wat hij ondertussen als geen andere kan: zijn eigen verhaal vertellen, of dat nu voor 50 of 5000 mensen is. Op zoek naar zijn wortels vindt Guy Swinnen zichzelf opnieuw uit.

Op beslissende momenten in zijn leven is het telkens de muziek geweest die Guy Swinnen redde: de oerkracht van de rock, de diepgang van de soul en de rauwheid van de country hebben hem gevormd tot de man die hij vandaag is. De songs die hem in zijn jonge jaren troost brachten, heeft hij zich na al die jaren eigen gemaakt. Wie ‘Hurt’ van Johnny Cash hoort in de uitvoering van Guy Swinnen, weet dat ze allebei over exact hetzelfde zingen, over het merg en het been van het ware leven.

Met een handvol eigen klassiekers, aangevuld met gedurfde bewerkingen uit zijn lievelingsrepertoire deelt Swinnen vanavond het podium met Yves Vertonghen. Het zou een zeer bevlogen en geïnspireerde avond worden, ook tijdens de Dylan-tribute die ik mocht meemaken, verkeerde de man in absolute bloedvorm! Op de tonen van een fuzzy distorted guitar komt onze ambachtelijke rocker ontspannen het podium opgewandeld en brengt hij met zijn viruoze guitarslinger Yves Vertonghen meteen een prachtige, psychedelisch verschroeiende versie van de titeltrack van zijn eerste soloplaat “Hazy” uit 1998. De toon was meteen gezet en met een vinnige mondharmonica werd de stevige koers verdergezet met “I’ll Lose You”, om vervolgens meteen een blik Scabs open te trekken met “Radio”, dat dus ook akoestisch moeiteloos overeind bleef mits dezelfde gloedvolle aanpak door dit onvolprezen duo …
Het leven en de pijn van het zijn, en de liefdes kwamen volop aan bod met het nieuwe “No One Can Make it All Alone”, hartstochtelijk bezongen zielepijn over het (moeizame) lijmen van de zelf gemaakte scherven. Dan mocht Yves Vertonghen zijn machtige mandoline omgorden voor een fel “Don’t You Know”, smachtend en met een heerlijke folky feel die zeker niet moest onderdoen voor de rockversie!

Uit “Living Roots” (het bondgenootschap tussen Guy Swinnen en zijn fameuze ladies) kregen we vervolgens “The Long Way Home” dat hij in de knusse theaters zingt met miss Nathalie Delcroix, een ontluisterend relaas over niet graag thuiskomen in je eigen huis wegens niet al te gezellig daar…
Dan ging het over naar zijn eerste, en snel ter ziele gegane groep “Jonesy” met het door Guido Belcanto destijds wel positief opgepikte “Learning To Be Free”, een geflopte single over de eerste hippy, Jezus Christus zelve, jawel 
Dan kregen we eens heuse “drugsong” uit het commercieel wél geslaagde en bejubelde “Royalty in Exile”-album met “Medicine Man” (talking about good times, but never in a future sense), een beetje zijn eigen “The Needle and the Damage Done” (Neil Young). Het al wat vrolijkere “Four Aces” deinde op heerlijke in elkaar verstrengelde gitaren en maakten direct plaats voor een zalige cover van the Travelling Willburries met hun “Handle with Care”.
Drummer Frank Swaenen van de Scabs werd even op een schavot geplaatst voor zijn toogballade “Barkeep”, over het rariteitenkabinet dat je al eens aantreft terwijl je aan de toog zit. Het ging crescendo verder, mede dankzij de prachtige inbreng van een machtig aan zijn gitaar plukkende kompaan Mr Yves Vertonghen tijdens de Scabs-evergreen “Time” en ook Willie Willie werd waardig herdacht in “The Guy So Nice” mits stemmig harmonicawerk en breekbare zang van Yves Vertonghen die zo aan  Lloyd Cole deed denken (they had to name him twice cause he was one of a kind).

Finalegewijs kwam Guy solo op de proppen met “Hard Times” alvorens de mandoline grandioos inviel. Deze “less is more”-approach werkte ook wonderwel tijdens het van Neil Diamond gekende “Solitary Man”. Dan volgde nog bisser “Matchbox Car” die de Scabs in 1983 naar het hoofdpodium van Rock Werchter katapulteerde, een heel punky versie waarbij Yves Vertonghen even in de huid van Jimmy Page kroop en Guy Swinnen door het dolle heen kroop in de huid van een barking dog!
Omdat een en een geen drie is, dan nog maar een extra bis ter nagedachtenis van de grote Lee Hazlewood met een to the bone versie van “The Old Man and his Guitar”, als een mooi ornament, maar er zou nog wat onverwacht fraai’s volgen want publiek en Guy Swinnen kregen er maar niet genoeg van.
Zo bleek Guy een geboren verteller tijdens het uit de doeken doen van de ontstaansgeschiedenis van “Crystal Eyes” over Willie Willie die vier uur te laat kwam op de opnamesessie wegens een intermezzo met een of andere bimbo op een woonboot in Amsterdam en na “une nuit bien arrosée” quasi achteloos en in nog relatief betrekkelijke toestand dit meesterwerkje alsnog uit de mouw schudde in die Brusselse studio op die bewuste dag.
Dat Guy Swinnen een bijzonder rechtschapen man is die voor zijn mening durft uit te komen wisten we al langer. We hadden in de aanloop naar het proces van de zaak van Sanda Dia en de Reuzegom nog recht op een vurig stukje prille Dylan, dat in het licht van deze vreselijke gebeurtenissen nog altijd brandend actueel blijkt te zijn. Een spervuur voor twee gitaren en hevig woordendebiet uit 1963 getiteld : “The Lonesome Death of Hatty Carol”. Hiermee viel het doek onverbiddelijk na nagenoeg twee uur pure klasse in dit heerlijke décor van twee aan elkaar vastgeklonken woonwagens die dienst deden als (h)eerlijke bonbonniere voor dit fel gesmaakte spektakel: Guy Swinnen still rules after all those years! Zestig is het nieuwe veertig, zo bleek en op deze manier kan hij nog jaren op eenzame hoogte verder. Prachtprestatie van beide heren in een dito decorum ! Ik kijk al reikhalzend uit naar de volgende slice of Swinnen lang de Vlaamse highways …